Rekenen en operatoren

Operator en operand

Veel van wat we doen met programmeren heeft met rekenen en vergelijken van data te maken. Om hier goed gebruik van te maken heb je wat basis kennis nodig voor we kunnen starten. Als eerste twee belangrijke begrippen: operand en operator.

Operand

Een operand is bij het rekenen een getal, een som kan meerdere operands hebben. 5 + 8. De getallen 5 en 8 zijn beide een operand.
Soms kom je in documentatie het wordt argument tegen in plaats van operand

Operator

De operator is hetgeen waar mee je rekent of vergelijkt. In dit deel hebben we het over rekenen. In bovenstaande voorbeeld is de + de operator.

Rekenen

Er zijn een aantal basis rekenkundige operatoren die je kan gebruiken:

  • Optellen +
  • Aftrekken -
  • Vermenigvuldigen *
  • Delen /
  • Modulo (Remainder) %
  • Machtsverheffen **
De eerste 4 hoeven geen uitleg en kan je in onderstaande oefenblok gewoon toepassen. De laatste twee hebben wellicht wat uitleg nodig.

Modulo %

Modulo, of in het Engels Remainder, is de operator die toont hoeveel er overblijft vanuit een deel som. Bij rekenen heb je dit op school geleerd als rest. 7 % 2 geeft als antwoord 1. De 2 gaat 3 volledige keren in de 7 en houdt daarna dan nog 1 over die niet te delen is. Kort uitgelegd:

  1. Hoe vaak gaat 2 in 7, dit is 3 (2*3=6).
  2. Wat blijft er na het delen over, dit is 1. (7-6=1)

Machtsverheffen **

Machtsverheffen is wellicht iets bekender dan de modulo. Machtsverheffen is bijvoorbeeld 2² (2*2) of 2⁴ (2*2*2*2). In de code geef je dat aan met twee keer-tekens, dus 2 ** 2 of (2 ** 4).

++ & --

In veel gevallen kom je tegen dat je ergens 1 erbij op wilt tellen of juist er vanaf wilt halen. Als je getal in een variabele zit kan je dit doen met myVar++; of juist myVar--;.

Eigenlijk doe je met ++ dus een verkorte vorm van myVar = myVar + 1;

let myNumberOne = 18;
let myNumberTwo = 55;
myNumberOne++; //Het is nu 19
myNumberOne++; //Het is nu 20
myNumberOne++; //Het is nu 21
console.log(myNymberOne); //Nog steeds 21

myNumberTwo--; //Het is nu 54
myNumberTwo--; //Het is nu 53
myNumberTwo--; //Het is nu 52
console.log(myNumberTwo); //Nog steeds 52

//Je kan ook combineren
myNumberTwo--; //Het is nu 51
myNumberTwo--; //Het is nu 50
myNumberTwo++; //Het is nu 51
myNumberTwo++; //Het is nu 52
myNumberTwo++; //Het is nu 53
myNumberTwo--; //Het is nu 52
myNumberTwo++; //Het is nu 53
myNumberTwo = myNumberTwo - 10; // Het is nu 43
console.log(myNumberTwo); //Nog steeds 52

+=

De += oplossing hoort hier niet echt bij rekenen, maar het lijkt wel heel sterk op bovenstaande oplossing daarom leggen we dat ook hieruit.

Met de += kan je iets toevoegen aan een variabele, bijvoorbeeld extra tekst of juist iets op tellen. Het hangt van de datatype van jouw variabele af.

let myNumberOne = 18;
myNumberOne += 33; //myNumberOne is nu 51

let myText = 'Hey hallo wereld!';
myText += 'ik ben MBO-SD.'; //myText is nu "Hey hallo wereld!ik ben MBO-SD."

LET OP

In het bovenstaande voorbeeld van myText zie je dat de spatie mist tussen wereld! en ik. Denk hier aan als je teksten samenvoegd!

Jouw JavaScript

Op de MBO-SD Fiddle site kan je meer oefenen met deze stof.

Klik hier voor de MBO-SD Fiddle site